Tagtik

Twee keer de Ventoux op: spanning op de Kale Berg?

De Ventoux is niet de zwaarste klim in de Ronde van Frankrijk, helemaal niet zelfs. Het is misschien wel de beklimming die het meest angst inboezemt en wie geen rekening houdt met de weersomstandigheden kan op deze 'kale berg' van een kale reis terugkomen.
 
 

Woensdag 7 juli: het angstzweet brengt menig renner wellicht uit als het peloton aan de 11e etappe van de Tour begint vanuit het stadje Sorgues, tussen Avignon en Châteauneuf-du-Pape, richting Malaucène dat bereikt wordt na 199 km langs een parcours dat - het is haast niet te geloven - twee beklimmingen van de Ventoux telt. Een blijk van waardering voor het initiatief van het departement Vaucluse dat de top heeft heringericht ten behoeve van de wielrenners.

Mythische berg

Het is vijf jaar geleden dat de Tour nog eens langskwam op de top van de Reus van de Provence: toen werd de etappe door de wind met 6 kilometer ingekort. Ook nu zijn de renners beducht voor de beklimming van de mythische berg, en dan zeker omdat het om een dubbele passage gaat.

Wie deze onherbergzame bult in het landschap van Zuid-Frankrijk beklimt, treedt als het ware in een onbekende wereld binnen, want de Kale Berg is niet te vergelijken met een andere col in de Tour. In juli kan het heet zijn op de Ventoux en te midden van een dubbele haag toeschouwers is de Ventoux een spiegel van de angst en de moed van elke renner. De geschiedenis van deze hellingen zit immers vol met verhalen over de dood en spectaculaire inzinkingen.

Onuitwisbare sportmomenten

Alle kampioenen hebben de Kale Berg beklommen, en de groten hebben zich er onderscheiden: Jean Robic, Charly Gaul, Raymond Poulidor, Eddy Merckx, Bernard Thévenet, Jean-François Bernard, Marco Pantani, Richard Virenque, en meer recent Christopher Froome. Het zijn onuitwisbare sportmomenten in het collectieve geheugen die de mythe van de Ventoux hebben gesmeed.

Er hebben zich ook verschrikkelijke drama's afgespeeld: Tom Simpson sterft er op 13 juli 1967, Eddy Merckx valt bijna flauw na zijn ritzege in 1970, Froome moet de berg oplopen in 2016, Ferdi Kübler zigzagt en schreeuwt het uit tijdens de beklimming in 1955, Jean Malléjac onder invloed van de amfetamines, gaat tegen het asfalt in 1955 en talloze andere inzinkingen.

Tweemaal de mythische Kale Berg op en af

De Kale Berg (1910 m) wordt eerst beklommen vanuit Sault, zijn minst bekende flank (slechts één keer eerder al in de geschiedenis van de Tour beklommen, in 1974, overwinning van Jean-François Bernard), alvorens af te dalen via de noordzijde.

Daarna krijgt het peloton via Bédouin en de meest mythische zuidkant, voor het eerst te maken met de zware hellingen (10%) van het beboste deel van de klim. Dan, eenmaal voorbij Chalet Reynard, komen ze in een wereld van steen en een verblindende zon, het laatste deel van deze 21,6 kilometer lange beproeving met een hoogteverschil van 1610 meter. Daarna gaat het in volle vaart bergafwaarts richting Malaucène.

Alsof dat nog niet genoeg is, hebben de organisatoren de Col de la Liguière (998 m, 9,3 km aan 6,7%, 1e cat.) als aperitief voor de Ventoux op het programma gezet. Om nog maar te zwijgen van twee beklimmingen van de vierde categorie in de eerste 45 kilometer. Sommige renners zullen al diep in hun krachtenarsenaal hebben geput voor ze aan de mythische berg moeten beginnen...

(DC/Picture : Pixabay)

Dirk Coppens

Dirk Coppens

Journalist NL@Tagtik

Ook dit kan u interesseren