Boulderen, het nieuwe padel?

Het aantal klimzalen is in België de laatste tien jaar verdubbeld. Klimmen, en vooral boulderen, is aan een ongeziene opmars bezig.

De Klim- en Bergsportfederatie is dan ook verheugd: “Boulderen is zelfs populairder geworden dan lengte- of touwklimmen.”

Sinds 2020 is klimmen een olympische sport, waardoor er steeds meer aandacht is op internationaal vlak. Hannes Van Duysen plaatste zich vorig jaar als enige Belg nog voor het muurklimmen op de Spelen van Parijs.

Hoe werkt het?

Klimmen doe je op een muur van 4,5 meter hoog, met daaronder een dikke mat. Via ‘boulders’ (’rotsblokken’ in het Engels), stippel je een parcours uit. De verschillende kleuren geven de moeilijkheidsgraad aan. Annelore Orije van de Klim- en Bergsportfederatie verduidelijkt in Het Nieuwsblad: “Je moet niet alleen krachtig zijn, je moet ook goed kunnen puzzelen. Als in een game op een spelcomputer tracht je een uitweg naar boven te vinden. Het klauteren maakt je niet alleen leniger en sterker, maar ook je hersenen worden aan het werk gezet. Routes veranderen, nieuwe oplossingen moet je zelf bedenken. Je bent alleen daarmee bezig, en dat ontspant. Het is een vorm van mediteren.”

Er bestaan verschillende levels van heel simpel tot aartsmoeilijk. Voor ieder wat wils dus!

(SR - Bron: Het Nieuwsblad - Foto: ©Unsplash)