Tagtik

Milaan-San Remo: de natte droom van elke Italiaan

In het wielerpeloton zitten heel wat Italianen. De ene kan klimmen, de andere kan sprinten, maar allemaal dromen ze elke ochtend van maar één ding: de armen in de lucht kunnen steken op de Via Roma als winnaar van de 112e editie van Milaan-San Remo.

Voor een Italiaanse wielrenner bestaat er niets mooiers dan de laatste rechte lijn van Milaan-San Remo. Dat geldt overigens niet alleen voor de Italianen: iedereen in het peloton houdt van de mythische aankomst op de Via Roma. Enkele jaren weken de organisatoren uit naar een aankomst op de Lungomare, maar gelukkig is de finishlijn opnieuw getrokken op de plek waar zelden een legende en een droom zo mooi verenigd zijn.

Voor wie in de Laars is geboren, is winst in La Primavera de heilige graal, een absolute droom, een verzuchting waar de hele winter lang naartoe wordt gewerkt. Winnen in San Remo staat gelijk met binnentreden in het pantheon van het Italiaanse wielrennen. De Italiaanse voorjaarsklassieker maakt deel uit van de vijf grote monumenten van het wielrennen. Misschien niet de meest selectieve van de vijf, maar toch even fel begeerd. Hij spreekt tot de verbeelding, een droom die moet worden nagejaagd, koste wat het kost.

Welke Italiaanse renners van vandaag moeten in staat worden geacht om La Classicissima te winnen? We beginnen met de laatste Italiaan die als eerste over de finish in San Remo kwam gebold.

Vincenzo Nibali, winnaar in 2018 en derde in 2012 is de enige Italiaan die nog actief is en Milaan-San Remo heeft gewonnen. Meer nog: hij is de enige Italiaan die in de voorbije 10 jaar het podium heeft gehaald. Mag hij in 2021 opnieuw van de zege dromen? Zijn leeftijd, 36 jaar, en zijn huidige, middelmatige vorm nopen ons ertoe om zijn kansen laag in te schatten. De Haai van Messina is echter altijd in staat om een meesterstukje uit te halen en een grote rol te spelen in de klassieker.

Video: de zege van Lo Squalo in 2018


Van alle jongere Italiaanse renners met ambitie is de meest genoemde naam die van Davide Ballerini, de man met de snelle benen van het Wolfpack van Patrick Lefevere en dit seizoen al primus in de Omloop Het Nieuwsblad. Ballerini is meer dan een sprinter, want hij is ook een handige en krachtige renner. Hou hem maar in de gaten als hij na de Poggio nog vooraan zit...

Een andere renner om in het oog te houden is Andrea Vendrame (AG2R Citroën), 11e vorig jaar. "Hij heeft stappen vooruitgezet, zoals blijkt uit zijn 4e plaats in de eerste etappe van Tirreno-Adriatico die gewonnen werd door Van Aert," zo legt Lucho Ferrer, kenner van het Italiaanse wielrennen en redacteur van de website Fantacycling, ons uit. "Je wordt niet zomaar 11e in de Primavera, zoals hij vorig jaar deed. Hij is een renner van wie ik wel hou, ook al wint hij niet zo vaak. Hij is niet echt een sprinter, geen echte Flandrien, ook geen puncher, maar heeft wel een profiel dat goed bij deze klassieker past."

En wat met Matteo Trentin (UAE Emirates), in de top 10 in 2019 en in 2016? "Trentin zou het verdienen omdat hij al zolang meedraait, maar wellicht is hij ondertussen al vergeten wat hij precies moet doen om een wedstrijd te winnen." We mogen ook Filippo Ganna (Ineos) niet vergeten, dit seizoen al goed voor drie overwinningen, al waren er wel twee tijdritten bij. "Ganna die het afwerkt op de Via Roma, dat zou mooi zijn, maar met zijn 1 meter 90 en zijn verleden als baanwielrenner zie ik hem nog niet zo goed de afdaling van de Poggio tot een goed einde brengen. Toch niet om vooraan de laatste kilometers aan te vatten. Maar kan hij het wel afmaken zoals Cancellara het ooit deed..."

Deze lijst vullen we nog aan met een Italiaan die dit jaar al een wedstrijd wist te winnen: Giacomo Nizzolo (Qhubeka), winnaar van de Clasica de Alméria en vorig jaar vijfde, is een outsider. In de komende edities komt wellicht een renner als Andrea Bagioli aan de start: hij zit niet in de selectie van Deceuninck-QuickStep, maar won al de Drome Classic. Hem wacht mogelijk een grote toekomst.

Of komt de verrassing van Elia Viviani (Cofidis), tweede in een rit in de UEA Tour en negende in 2017, Andrea Pasqualon (Wanty), derde in de GP Samyn, Sonny Colbrelli (Bahrain), al twee keer in de top 10 op de Via Roma, Niccolo Bonifazio (Direct Energie), vijfde in 2015, Matteo Sobrero (Astana), Fabio Felline (Astana) of Alberto Bettiol (EF)?

Zowel voor de jonge belofte die voor het eerst kennismaakt met de Capi als voor de oudgediende die elke meter op de Poggio als zijn broekzak kent, blijft Milaan-San Remo een uiterst moeilijke koers. Er is de afstand van bijna 300 kilometer, het gedrum en gewriemel, het geduld, de sprint bergop op de Poggio, de waaghalzerij in de afzink naar San Remo en de snelheid op de Via Roma: al deze elementen spelen een rol en vragen verschillende kwaliteiten van een renner. Al moet je niet altijd aan alle voorwaarden voldoen om de handen in de lucht te kunnen steken in het stadje aan de Ligurische kust...

(Fausto by Tagtik/Picture : Quino Al @Unsplash)

Video: Gabriele Colombo, de verrassende winnaar in 1996

 

Video: de Italiaanse winnaars sinds 1970

Dit artikel van Tagtik verscheen voor het eerst op de website van onze klant Proximus Pickx, rubriek cycling.

Ook dit kan u interesseren